© 2003 - 2020 Hondenopvoedingsinstituut De Roedel
Niets van deze site mag zonder toestemming op welke manier dan ook overgenomen worden.
|
|
Boeken
Basisboek: Opvoeden van honden
Prijs 22,99
Uitgeverij Elmar, Rijswijk
ISBN 978 90389 2634 6
NUR 413
336 pagina’s
Niet als ebook verkrijgbaar |
Recensie door Judith
Lissenberg
Okay, Jullie willen een recensie van het
Basisboek Opvoeden van honden, jullie
krijgen een recensie. En wel een lange!
Wat er aan voorafging...
Want voordat ik aan de bespreking van
dit boek begin, neem ik jullie graag
toch nog even mee terug naar twintig
jaar geleden, toen ik voor O&O een
recensie schreef over het eerste boek
van Arjen van Alphen en Francien Koeman.
Daarin viel veelvuldig de term dominant,
kwamen oefeningen aan bod als je hond op
zijn zij leggen en werd niet gewerkt met
voerbeloningen. Het boek, vond/dacht ik,
sloeg de plank volledig mis. De recensie
was dus eh… niet zo positief.
Ik werkte destijds bij het Utrechts
Nieuwsblad. ‘Zeg, jij weet toch wat van
honden?’, zei de adjunct-hoofdredacteur.
‘In de Belgische Ardennen woont sinds
kort een stel uit Utrecht dat honden
traint. Maak jij daar maar eens een mooi
artikel voor onze kerstbijlage van.’ Dat
stel, dat was dus eh… inderdaad, Arjen
van Alphen en Francien Koeman. Er was
geen ontkomen aan: afreizen naar de
Ardennen, luidde de dienstopdracht.
Ik herinner me het telefoongesprek dat
daaraan voorafging nog heel goed.
- Met Arjen van Alpen.
- Dag, met Judith Lissenberg van het
Utrechts Nieuwsblad. Ik zou graag een
verhaal over jullie willen maken.
- [korte stilte] Dé Judith Lissenberg?
Van de recensie in LosVast waarin mijn
boek werd afgebrand?
- [korte slik] Eh… ja. Die Judith
Lissenberg.
Arjen was de beroerdste niet. Ik mocht
gewoon langskomen. Met man en honden,
toen nog Scooter en Beetle. Op naar wat
wel de Cesar Millan van de Belgische
Ardennen moest zijn, dachten we. Als hij
ook maar één vinger naar onze honden zou
uitsteken, zouden we meteen
rechtsomkeert maken.
Niets bleek minder waar. We werden
allerhartelijkst ontvangen en hadden
enorm leuke gesprekken over honden.
Dominant zijn bleek voor Arjen gewoon de
term voor ‘een hond die openstaat voor
een goed gesprek’. We moesten onze
honden niet op hun zij leggen, maar
aaien, waarbij het helemaal draaide om
wederzijds vertrouwen. En als de relatie
met je hond goed is, is een voerbeloning
veel minder belangrijk dan je denkt.
Er volgden in de afgelopen twintig jaar
nog veel meer hartelijke ontmoetingen,
goede gesprekken, artikelen en
recensies, en ik bespreek nu met veel
plezier Arjens nieuwste boek. Moraal van
bovenstaande introductie lieve
Facebookvrienden: laat je niet
afschrikken door het woord
‘Roedelmethode’ op de cover en lees
vooral verder.
Het boek
Om te beginnen: voor een basisboek is
het wat aan de zware kant, letterlijk en
figuurlijk. Letterlijk omdat de 344
pagina’s tellende paperback een handzaam
formaat heeft, maar je polsen gaan
merken dat je in bijna zes ons kennis
aan het lezen bent. Figuurlijk omdat er
heel veel aan bod komt. Dat blijkt ook
al aan de kreten op de cover: succesvol
samenwerken tussen baas en hond, gids
voor een levenslange relatievorming,
emoties, zintuigen, hormonen, relaties,
opgroeien… het komt allemaal voorbij.
Fantastisch allemaal voor de wat meer
dan rechtuit geïnteresseerde
hondenliefhebber die het fijn vindt om
veel kennis voor zijn kiezen te krijgen,
maar erg pittig voor wie voor het eerst
in zijn leven een puppy in huis heeft
huppelen. Het kan even schrikken zijn
van hoofdstukken als ‘De voor- en
nadelen van een kleine prefrontale
cortex’ of ‘De fysiek-evolutionaire kant
van zindelijkheid’ en termen als
associatieleren, cognitieve
vaardigheden, drempelwaarden en
hersendelen, maar daar tegenover staan
weer hoofdstukken als ‘Wat je zeker niet
moet doen de eerste 5 maanden’ en ‘Zijn
honden dommer of slimmer dan wij?’.
Doel van dit boek is ‘inzicht geven in
de ontwikkeling van de psyche, het
bewustzijn en de emotionele
belevingswereld van de hond tijdens alle
levensfasen’. Dat komt in vier delen
allemaal aan bod. Het eerste deel gaat
over sociale aspecten als sociaal leren
en de relatie hond-mens. In deel twee
staan zintuigen, emoties en hormonen
centraal: hoe ervaren honden de wereld?
Deel drie behandelt de psyche van de
hond in alle levensfasen: de
psychologische ontwikkeling van de hond
en deel vier, dat voor veel mensen het
makkelijkst weg zal lezen, draait om het
opvoeden in de praktijk: wat doe je op
welke leeftijd, en hoe ga je om met
lastige situaties?
Ik zei het al: zware kost. Je moet
bereid zijn tot terugbladeren en
herlezen om je inzichten en kennis te
verdiepen. Arjen heeft in deze uitgave,
die voortborduurt op zijn eerdere
werken, een groot deel van zijn leven,
ziel en zaligheid gestopt. Maar als je
snapt hoe en op welk niveau volgens hem
een hond functioneert en de wereld
beleeft, kun je daar op inspelen en
samen een mooie relatie opbouwen, en die
relatie loopt van de wieg tot het graf.
De kunst is om uit dit boek de dingen te
halen die je zelf kunt vertalen richting
je hond of je cursisten.
Ik zal er wat krenten uitpikken. Let
wel, dit zeg en beweer ik niet, hè! Het
zijn de krenten van Arjen, waarvan ik
vind dat er heel wat in zit en dat we er
in ieder geval goed over na moeten
denken:
* Dat we onze honden volgens Arjen
letterlijk en figuurlijk te vroeg
loslaten. Een hond van vijf maanden kan
niet wat een hond van twee jaar kan als
het gaat om begrijpen, doen en
communiceren. De eerste vijf maanden
zouden vooral in het teken moeten staan
van binding en vertrouwen. Als die basis
er is, accepteer je veel meer van
elkaar.
* Wij denken pups vaak in het nest al te
wennen aan allerlei prikkels, maar
prikkels kunnen registreren is iets
anders dan ze kunnen verwerken. Neem de
jonge hond die ‘opeens’ bang wordt van
iets: hij was toch aan die prikkel
gewend? Nee, hij maakt hem volgens Arjen
waarschijnlijk nu pas voor het eerst
bewust mee.
* De dolle vijf minuten dienen gevolgd
te worden door drie dagen rust.
* Het empathisch vermogen van honden
jonger dan drie jaar is nog niet zo heel
groot, ze gaan vooral van zichzelf uit.
Een hond heeft verder niet veel vermogen
om te relativeren en kan daardoor in
zeven sloten tegelijk lopen, een beetje
vergelijkbaar met een kind dat achter
een bal aan voor een auto rent omdat hij
het gevaar niet ziet. Jij moet dus
voorkomen dat je hond zich ergens in
stort waardoor hij in gevaar kan komen.
* Een hond heeft dezelfde
onvoorwaardelijkheid naar zijn eigenaar
als een kind heeft naar zijn ouders: hij
is van ons afhankelijk en blijft dat
ook, in tegenstelling tot kinderen. Het
boek bevat veel voorbeelden over
kinderen en jonge honden, omdat ze
volgens Arjen qua ontwikkeling zo
vergelijkbaar zijn.
* Wij zijn van de firma ‘Kijk en
luister’, je hond is van het bedrijf
‘Ruik en voel’. Honden leren vooral door
geur én tast, aanrakingen en je hond
kunnen aanraken is dus belangrijk. Dat
lijkt vanzelfsprekend, maar zelf zie ik
tijdens cursussen vaak dat mensen hun
hond niet normaal kunnen aanraken. Het
draait bij aanraken volgens Arjen
allemaal om elkaar (leren) kennen en
vertrouwen.
* Koekjes? Die gebruiken we om een pup
al van alles te leren, terwijl je
eigenlijk pas moet beginnen met een hond
taken te laten uitvoeren als hij daartoe
in staat is, en dat is pas op oudere
leeftijd. Je vraagt pas wat als de hond
dat mentaal, fysiek en emotioneel aan
kan. Over voerbeloningen: er zijn honden
die hebben geleerd dat je pas
gewaardeerd wordt als je koek of lekkers
krijgt. En het kan zijn dat een beloning
voor de hond niet goed voelt omdat hij
hem bijvoorbeeld kreeg voor moeten
blijven, terwijl hij liever naar je toe
had willen komen.
* Alles in de hersens van een jonge hond
moet zich nog verfijnen en verdiepen.
Mooi hoe Arjen de problematiek van de
prepuberale hond beschrijft: die weet op
dat moment gewoon even niet meer goed
wat er aan welk kapstokje in zijn hoofd
hangt.
* Benoem het gedrag van je hond en laat
daarbij horen wat je fijn vindt en niet.
Gebruik begrippen, woorden en zinnen die
je in het dagelijkse leven toch al
gebruikt. Wie kent niet het gevleugelde
‘Even op het huis passen, ik ben zo
terug.’ Arjen trekt het benoemen ver
door: ‘Je plast binnen, dat is niet
fijn. Ik zal het even opruimen’. Meer
weten? Lees het boek.
*Een hond is nooit klaar, nooit af. Als
je denkt dat je er bent met het opvoeden
van je pup en je puber: de oudere hond
heeft je weer harder nodig dan ooit.
Vanaf tien jaar heeft een hond, ondanks
alle ervaring die hij heeft opgedaan,
net als een pup weer behoefte aan hulp,
leiding en structuur. Mooi hoe Arjen
hier weer de vergelijking met oude
mensen trekt: ook van een seniorhond
wordt de huid dunner en teerder, en dus
bij aanrakingen gevoeliger.
*Opvoeden is geven en incasseren. De
zorg voor een levend wezen vergt ruimte,
tijd, veiligheid en geborgenheid en dat
is wat je in dit tijdperk van snel,
snel, snel misschien liever niet hoort.
Opvoeden is een klus, maar als je er
voor openstaat wel een heel mooie.
Tot slot een literatuurlijst en een
handige nabeschouwing die alles zo
helder op een rijtje zet, dat je er bij
het lezen ook mee zou kunnen beginnen.
Je hoeft het niet met alles in dit boek
eens te zijn, ook ik ben Arjen wel eens
even kwijt. Dat prikkelt juist tot
nadenken, en dat houdt je scherp.
The day after
De dag na lezing kon ik het boek al in
de praktijk vertalen. Pete voelt zich de
laatste tijd best wel een beetje stoer
en zet meer geurvlaggen uit dan normaal.
Plas en poep fungeren volgens Arjen als
het paspoort van je hond: je kunt er
heel kort en bondig mee vertellen wie en
wat je bent en het is makkelijk dat je
het bij je hebt om je te kunnen
identificeren. Met name puberreuen
plassen veelvuldig, hun plas fungeert
als een soort geurspiegel waarin ze
zichzelf kunnen bekijken. Dat is prima,
maar je hoeft jezelf natuurlijk niet de
hele tijd door te spiegelen. Daar word
je alleen maar ijdel van. Of, zoals
Arjen het zegt: ‘Hoe minder spiegels
onze reu heeft om te spiegelen, des te
efficiënter leert hij in de spiegel te
kijken.’
Dus zei ik tijdens het uitlaatrondje,
met Arjen in gedachten, tegen plas-Pete:
‘Kom Pete, nu heb je wel weer even
genoeg in de spiegel gekeken.’ En dacht
daar meteen achteraan: zou het niet mooi
zijn als je als hondentrainer zó je
cursisten kunt uitleggen waarom honden
markeren?
Pete kan geen duimen draaien, al
probeert hij op bijgaande foto wel
zoiets te doen, maar deze uitgave krijgt
van hem een grote ‘thumbs up’. Het
‘Basisboek opvoeden van honden’,
verschenen bij Uitgeverij Elmar, kost
22,99 euro en is verkrijgbaar via elke
(online) boekhandel. |
Honden trainen volgens de regels van de
natuur met De Roedelmethode, Deel 1
Natuurlijk opvoeden doe je zo!
Oktober 2012, Deel 1; vijfde herziene
druk,
ISBN 9789038913780
Uitgeverij Elmar, Rijswijk
prijs € 24,95
280 pagina’s / 16 x 23,5 cm
paperback geïllustreerd
Eerste druk 1998
2e (herziene) druk 2003
3e druk mei 2007 4e druk april 2010
5e herziene druk oktober 2012
Nu ook als
ebook verkrijgbaar! |
Van nature vertoont een
hond roedelgedrag en op dit gegeven is
de opvoedings- en trainingsinstructie in
dit boek gebaseerd. Het natuurlijk
gedrag van de hond is het uitgangspunt
bij alle lessen die aan bod komen. Dit
maakt de methodiek geschikt voor elke
hond, ongeacht de leeftijd van het dier.
Een onmisbaar boek voor elke
hondenbezitter! In negen heldere lessen,
toegelicht met veel instructiefoto's,
worden aan de hand van een oefenschema
technieken aangeleerd om ongewenst
gedrag van de hond beheersbaar te maken
en gewenst gedrag te stimuleren. Dat
alles gebaseerd op de steeds meer
gewaardeerde Roedelmethode, die uitgaat
van het natuurlijk gedrag van de hond.
De instructies zijn zodanig dat iedereen
zelfstandig zijn of haar hond kan
opvoeden en trainen, met blijvend
resultaat en zonder het natuurlijke
gedrag en het karakter van de hond
geweld aan te doen.
Biblion recensie, Redactie:
Door ervaring met het trainen van honden
hebben de auteurs een methode ontwikkeld
die beoogt de relatie (ranghogere)
baas-(ranglagere) hond tot stand te
brengen op een voor de hond natuurlijke
manier omdat hij uitgaat vanuit de
zienswijze van de hond.
Duidelijk wordt uitgelegd waarom de
rangorde zo bepalend is voor de
opvoeding van de hond. In de eerste 3
hoofdstukken komen aan de orde van pup
tot volwassen hond en waarom die eerste
17 weken zo belangrijk zijn met de
consequenties en gedragsleer.
Daarin wordt ingegaan op de communicatie
die wordt bemoeilijkt tussen mens en
hond omdat de mens verbaal en de hond
non-verbaal is ingesteld.
In de volgende 2 hoofdstukken komen de
praktijklessen aan bod waarbij in het
hoofd geprent dient te worden: gedrag
dat beloond wordt wil de hond herhalen.
De oefeningen die worden beschreven zijn
o.a. volgen, spelen, bek openen, bij de
baas komen en verder worden subtiele
dominantie-oefeningen beschreven. Voorts
wordt verteld hoe je kunt evalueren
zodat je in je eigen tempo de hond kunt
trainen.
Een prima boek omdat er zo diep op de
theorie wordt ingegaan en de
praktijklessen zo duidelijk worden
uitgelegd. Bevat zwartwitte en
kleurenfoto's van verschillend formaat.
|
Inleiding bij de vijfde herziene druk
Toen wij het boek over De Roedelmethode
schreven, was het ons doel dat het zowel een
theoretisch als een praktisch boek moest worden.
Hierbij zou de nadruk liggen op de praktijk,
ondersteund door de theorie voor een beter
begrip van de hondentaal en de hondse
belevingswereld.
Het boek moest vooral herkenbaar, toetsbaar en
meetbaar zijn voor elke hondeneigenaar en
hondenliefhebber. Met dit doel voor ogen hebben
we keuzes gemaakt. Zo hebben wij ons bij het
beschrijven van de leerprocessen beperkt tot de
gekende ontwikkelingsfasen van de pup met
daarbij enkele van de gedragsmatige implicaties.
Ook hebben we ervoor gekozen om bij de betekenis
en het doel van het volgen, het markeren en de
geur en lichaamstaal, vooral de praktische
aspecten aan bod te laten komen.
Wat we bewust buiten beschouwing hebben gelaten
is het belangrijke sociale leren.
Hoe leert een pup de hondse (geur en lichaams)taal
en communicatie?
Hoe hij leert welke geur en lichaamstaal
betekenis heeft en wat die betekenis is?
Hoe ontwikkelt een pup zich tot een zeer sociaal
en communicatief wezen en… hoe kunnen wij mensen
hierop inspelen en onze relatie met onze hond
dankzij deze kennis verbeteren?
Omdat het sociale leren erg omvangrijk is en van
groot belang voor honden, besloten we dit
uitgebreid te beschrijven in een apart boek:
Deel II over De Roedelmethode. Hierbij komen
ook de leerprocessen, het volgen, het markeren
en de geur en lichaamstaal ruimschoots aan bod,
met daarbij vooral… wat dat alles in geur en
lichaamstaal te betekenen heeft voor onze hond.
Dankzij het tweede deel over De Roedelmethode
kan de derde druk van Deel I dan ook ongewijzigd
verschijnen en blijven onze doelen over de
theorie en de praktijk van het eerste boek
gehandhaafd. Dat er behoefte is aan een derde
druk van het eerste deel geeft aan dat we in
onze opzet zijn geslaagd. Voor de
geïnteresseerde lezer, die zijn hond beter wil
begrijpen en meer inzicht wil krijgen in de
achtergronden van De Roedelmethode, is Deel II
ongetwijfeld een welkome aanvulling op het
eerste deel!
Honden trainen volgens de regels van de
natuur met De Roedelmethode, Deel 2
Natuurlijk opvoeden door sociaal
leren
Oktober 2012, Deel 2; derde herziene druk!
ISBN 9789038917870
1e druk 2008
2e druk december 2011
3e herziene druk oktober2012
Uitgeverij Elmar, Rijswijk
prijs € 24,95
271 pagina's
16 x 23,5 cm
paperback geïllustreerd
Nu ook als
ebook verkrijgbaar!
|
Het perspectief van
onze hond is hondentaal die bestaat uit
geurentaal, lichaamstaal en de
combinatie van die twee. Mensen zijn
juist verbaal en visueel ingesteld.
Geur en lichaamstaal zijn voor ons
onbekende taalaspecten. Hierdoor
bekijken wij de hondentaal bijna
onoverkomelijk vanuit onze menselijke
beleving en zijn de hondse taalaspecten
in de dagelijkse praktijk van de
opvoeding nauwelijks terug te vinden.
Door ons te verdiepen in het hondse
perspectief, in zijn sociale leren, zijn
geur en lichaamstaal, kunnen we
miscommunicatie voorkomen en de taal van
onze hond beter begrijpen, verstaan en
spreken!
Iedere hondenliefhebber is ervan
overtuigd, dat de eerste levensfase van
een pup in het nest erg belangrijk is.
Hier leert hij de beginselen van de
hondentaal; het sociale leren.
Toch is dit het eerste boek waarin het
sociale leren van honden uitgebreid
beschreven staat.
Een onmisbaar boek voor elke
hondenbezitter, over wat een hond leert
en vooral; welke betekenis hetgeen hij
leert heeft in zijn eigen hondentaal.
Stap voor stap, aan de hand van
herkenbare voorbeelden uit de praktijk,
wordt je meegevoerd in de belevingswereld
en de eigen taal van je hond, zowel
theoretisch als in de praktijk. Voor
elke hondenbezitter, want sociaal leren
begint direct na de geboorte, maar gaat
een heel hondenleven door!
NBD|Biblion recensie, Winy van Gils:
Een niet alledaags boek over
hondenopvoeding. De rol van de
hondenmoeder is het uitgangspunt van dit
boek. Imitatie ervan, door ons, is voor
de hond duidelijke taal. Het is een
perfecte manier om honden consequent op
te voeden. De reden dat het nogal eens
mis gaat, het antropomorfisme van de
hondeneigenaren, leidt tot
miscommunicatie tussen baas en hond. Aan
de orde komen: de 'zekere' houding die
de baas ten overstaan van de hond dient
in te nemen, roedel en rangorde, hoe
honden leren en verder alles wat nodig
is voor een goede opvoeding van een
betrouwbare hond. Dit boek helpt mee aan
een goede communicatie tussen
baas-hondrelatie waardoor bijtincidenten
voorkomen worden. Het is wel even
puzzelen om tussen de theorie de
praktische informatie te vinden. Dat is
het enige minpuntje van dit boek. Met
heel veel kleurenfoto's, literatuurlijst
en register.
|
|
|
|